Skip links

“De Politie beschermde ons niet” | Statement KOZP n.a.v. het rapport Politieoptreden bij de demonstratie van KOZP in Staphorst op 19 november 2022.

Statement KOZP n.a.v. het rapport Politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst op 19 november 2022.

KOZP: “De Politie beschermde ons niet”

6 november 2023, Amsterdam

Afgelopen 2 november werd het langverwachte rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over de gewelddadige aanval op vreedzame demonstranten van KOZP in Staphorst gepubliceerd. De Inspectie concludeert dat de politie ‘niet doortastend en adequaat genoeg’ heeft opgetreden bij de verhinderde demonstratie tegen de figuur zwarte piet op 19 november 2022. KOZP is positief over het feit dat er na een decennium geweld tegen vreedzame demonstranten eindelijk een nationaal onderzoek op tafel ligt met aanbevelingen. De inspectie vraagt om verbetering en gaat de komende jaren onderzoeken hoe de politie het demonstratierecht faciliteert. De politie zegt lessen uit het rapport van de Inspectie te trekken. Er komt ‘een verdiepende training over demonstraties’ en leidinggevenden krijgen ‘webinars over de Wet Openbare Manifestatie’. KOZP kan zich echter niet vinden in de scope van het onderzoek, de conclusie van de inspectie en de teleurstellende reactie van de politie.

We zijn voorbij leermomenten
De bevindingen uit het onderzoeksrapport van de Inspectie van JenV zijn schokkend, maar doen tekort aan de ervaringen van de betrokken vreedzame demonstranten. De Veiligheidsdriehoek van de burgemeester, het Openbaar Ministerie (OM), en de politie hebben op 19 november 2022 het leven van vreedzame demonstranten in gevaar gebracht door nalatigheid, partijdigheid, gebrek aan optreden tegen geweldplegers en het faciliteren van eigenrichting. Het is onacceptabel om slechts leermomenten te halen uit het in levensgevaar brengen van vreedzame burgers. De afgelopen jaren zijn er diverse rapporten verschenen van bijvoorbeeld Amnesty International en de Ombudsman over de uitholling van het demonstratierecht. Men kan niet van ons vragen om op nog meer onderzoeken te wachten terwijl we dit jaar nog de straten opgaan. De ernstige en verstrekkende gevolgen voor de geweldslachtoffers, en de grote schade die dit toebrengt aan het demonstratierecht ieder jaar kan alleen stoppen als de verantwoordelijken hier niet langer mee wegkomen.

Anti-zwart racisme is de grondslag
In het rapport van de Inspectie wordt geen aandacht besteed aan racisme en partijdigheid bij de politie. De Inspectie zou dit juist wel moeten onderzoeken. Ondanks de vreedzame uitingen van KOZP worden wij door gemeenten en de politie behandeld als agressors. Opkomen tegen anti-zwart racisme, wat de norm zou moeten zijn, wordt weggezet als polariserend. Een beetje eigen schuld, dikke bult. Zo is er tot op de dag van vandaag door het OM nog niemand vervolgd voor bijvoorbeeld de misdrijven en racistische uitingen die plaatsvonden bij het tankstation in Meppel, waar de bus door de politie naartoe werd gedirigeerd. De vreedzame demonstranten hebben daar onder het toeziend oog van agenten angstige momenten beleefd toen ze belaagd werden door de geweldplegers uit Staphorst. De aanwezige politie weigerde ons te woord te staan en reed weg tijdens deze risicovolle situatie. In het rapport geven ze toe dat ze op het nippertje een tractor hebben kunnen tegenhouden, toen ze zich gedwongen zagen om terug te rijden. Als dit niet was gebeurd, waren we overgeleverd geweest aan geweldplegers die ons ernstig wilden verwonden. Het is schokkend en zeer beangstigend dat er geen politie verslag is van de gebeurtenissen bij het benzinestation in Meppel, waar er een extreem gevaarlijke situatie werd veroorzaakt door het gooien met zwaar vuurwerk. 

Tijd voor diepgaande gevolgen en toezeggingen
Voor KOZP en de slachtoffers van deze geweldsuitbarsting kan de inhoud van het rapport niet zonder gevolgen blijven. Na het lezen van dit rapport blijkt dat de belangrijkste vraag nog steeds niet beantwoord is: wie neemt verantwoordelijkheid voor het in gevaar brengen van vreedzame burgers? De inspectie legt onterecht eenzijdig de nadruk op het handelen van de politie, terwijl de werkelijke eindverantwoordelijken (de driehoek, de korpschef, Commandant SGBO enz) buiten schot blijven. Bij geen enkele organisatie blijven de eindverantwoordelijken na zo’n groot falen aan. We eisen verantwoording van de eindverantwoordelijken en dat er disciplinaire maatregelen tegen de betrokken agenten worden ingesteld. Wij eisen een gesprek met het ministerie van Justitie en Veiligheid over de structurele schendingen van onze mensenrechten en ons demonstratierecht. Er komt een nationaal plan van aanpak anti-zwart racisme bij de politie. De politie stelt een norm tegen racisme en discriminatie en ziet erop toe dat deze gehandhaafd wordt. Er komt een nationaal plan van aanpak ter bescherming van het demonstratierecht. Zolang deze maatregelen niet worden uitgevoerd, is er geen vertrouwen dat vreedzame demonstranten veilig tegen racisme kunnen demonstreren in Nederland.

Onderstaand lees je ons uitgebreide statement op het voorval en het rapport van Inspectie Justitie en Veiligheid.

Conclusies van de Inspectie
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft geconcludeerd dat de politie niet doortastend en adequaat heeft opgetreden bij de bescherming van de demonstranten van KOZP en waarnemers van Amnesty International op 19 november. De Inspectie geeft aan dat de politie had moeten ingrijpen en de demonstranten en waarnemers had moeten beschermen toen zij belaagd werden. De politie was niet goed voorbereid op de situatie zoals die uiteindelijk is ontstaan waardoor zij de demonstranten onvoldoende heeft beschermd tegen het geweld van relschoppers. De Inspectie JenV schrijft dat de politie nadrukkelijker aandacht dient te geven aan de bescherming van demonstranten wanneer het risico op confrontaties groot is. De Inspectie JenV gaat in 2024 en 2025 onderzoeken hoe de politie het demonstratierecht faciliteert en hoe zij omgaat met de openbare orde vraagstukken die daarbij komen kijken. De politie zegt hier lessen uit te trekken.

Politie was op de hoogte van voorbereidingen geweldpleging
De kennisgeving van de demonstratie is door KOZP ruim op tijd ingediend. KOZP heeft zich tot het uiterste ingespannen om de politie van noodzakelijke informatie te voorzien. Waaronder screenshots van de vele bedreigingen aan het adres van KOZP. KOZP heeft jarenlange ervaring met geweldpleging bij eerdere demonstraties zoals in Eindhoven, Dokkum en Maastricht. Voorbereidingen van andere demonstraties zoals bijvoorbeeld die in Den Bosch en Alkmaar laten zien dat het wel degelijk mogelijk is als gemeente en politie je voldoende voor te bereiden. De factoren die ervoor hebben gezorgd dat dit goed gegaan is, zijn door KOZP in gesprekken met de politie en gemeente gedeeld. De driehoek heeft echter al onze adviezen en waarschuwingen in de wind geslagen. 

We lezen in het rapport dat de politie al dagen van tevoren op de hoogte was van gedetailleerde, grootschalige voorbereidingen tot geweldpleging, en geen preventieve maatregelen nam. De politie blijkt zelfs in contact te hebben gestaan met sleutelfiguren binnen Staphorst die hen tot in detail op de hoogte hielden van deze voorbereidingen en de opruiing die werd gepleegd. In het rapport is verder te lezen dat de politie van een bron uit Staphorst krijgt te horen dat de bus waarin de demonstranten zich gaan verplaatsen, een serieus doelwit is. Het plan is om deze zodanig te beschadigen dat deze niet meer verder kan rijden, om vervolgens de inzittenden van de bus aan te kunnen vallen. In het rapport van de Inspectie lezen we ook dat er door de politie zelfs beelden zijn gemaakt met een drone. Desalniettemin besloot de politie niet op te treden tegen de geweldplegers.

Gerbrig Klos van Amnesty zegt het volgende hierover: ‘Uit het onderzoek blijkt dat de politie in de voorbereiding de zorgen van KOZP en hun suggesties voor concrete beschermingsmaatregelen niet serieus heeft genomen, terwijl KOZP zeer veel ervaring heeft met demonstraties.
Dat wijst op een negatieve houding van de politie ten aanzien van KOZP.’ Gerbrig wijst erop dat demonstraties van KOZP in de afgelopen jaren beperkt en zelfs verboden zijn vanwege bedreiging en geweld door vijandig publiek, mensen met een expliciete racistische houding naar mensen van kleur. 

De politie beschermde ons niet
De uitgesproken belofte dat de politie er alles aan zou doen om vreedzame demonstranten veilig naar hun demonstratieplek te begeleiden werd gebroken. De levens van vreedzame demonstranten en Amnesty waarnemers werden door de keuzes en beslissingen van de driehoek in gevaar gebracht. Ondanks de zeer concrete signalen van dreiging van grootschalig geweld, was het wantrouwen van de politie vooral gericht op de vreedzame demonstranten. In het rapport lezen we: ‘Een demonstratie mag gezien worden, gehoord worden en mag de aandacht trekken. Maar een demonstratie mag geen wanordelijkheden veroorzaken.‘ Echter werd door de politie niet gehandhaafd richting de ‘partij’ die wanordelijkheden pleegde, de geweldplegers. De politie zag geen andere middelen dan een gesprek en de-escalatie wanneer het ging om deze woedende witte massa. De geweldsuitbarsting van het vijandige publiek werd zelfs gebruikt om de demonstratie, waarbij geen regels werden verbroken, te verbieden. Onze demonstratie werd verboden maar het racistische feestje van de geweldplegers kreeg daarentegen ruim baan, gevolgd door applaus van de geweldplegers. Missie succesvol volbracht! De instructie die agenten mee kregen zag toe op het handhaven van KOZP en daarom werd de ME gestationeerd bij het Marktplein waar de vreedzame demonstranten zouden staan. De ME werd niet ingezet op de plekken waarvan de politie van tevoren wist dat daar (mogelijk) de geweldplegers zich zouden verzamelen. 

Het is onbegrijpelijk dat de politie heeft gekozen om niet op te treden tegen de geweldplegers met alle gevolgen van dien. Het is schokkend dat de ME niet bij de vreedzame demonstranten en observanten van Amnesty International kon komen die door een gewelddadige menigte van maar liefst 300 personen omsingeld waren, vanwege een blokkade die al ruim van tevoren en volledig in het zicht van de politie was opgeworpen. Vreedzame burgers die gebruik wilden maken van hun grondrecht werden niet beschermd omdat de politie zich zorgen maakte dat het zou overkomen alsof ‘ze een kant zouden kiezen’. Maar hierdoor kozen ze een kant die niet de kant was van de vreedzame burgers die de regels volgden.

Vooringenomenheid en partijdigheid
Het gedrag van de politie wekt de indruk van ernstige vooringenomenheid en partijdigheid. Het laat een gebrek aan empathie en gelijkwaardigheid zien. Schrijnende voorbeelden hiervan zijn: de onwil om KOZP te beschermen bij aanval, de onwil om de auto’s op weg naar de demonstratieplek goed te begeleiden en in de gaten te houden en het gebrek aan communicatie van politieagenten ter plaatse in Zwolle (verzamelplek) en Meppel (tankstation). Het is ook schokkend dat er geen politieverslag is van de aanvallen bij het benzinestation in Meppel en dat er nu wordt gezegd dat het een ander gebied is. Uiteindelijk reed de politie zelfs weg en liet ons achter bij het tankstation, waar de Staphorster geweldplegers met zwaar vuurwerk ons bedreigden.

In het rapport wordt geopperd dat men wilde de-escaleren, maar de gebeurtenissen laten zien dat de situatie al zo ver geëscaleerd was dat men juist moest optreden. Als KOZP demonstranten ook maar een schijntje van het geweld hadden getoond, had de politie meteen ingegrepen. Het gedrag van de politie tegenover het witte vijandige publiek met wie zij zich meer kunnen identificeren past in een patroon waar KOZP de afgelopen jaren mee wordt geconfronteerd. Door de burgemeester werd er een noodbevel en demonstratieverbod afgegeven, maar geen verbod op de intocht, terwijl het geweld en de eigenrichting vanuit de kant van de intocht kwam. We belonen liever het geweld dan dat we een anti-racisme demonstratie goed beschermen, zoals de grondwet ons opdraagt. De keuzes van de driehoek (de burgemeester, de politie en het OM) leggen de vooringenomenheid en ernstige partijdigheid bloot waar de anti-zwart racisme-beweging al ruim een decennium tegenaan loopt.

Scope onderzoek negeert dieperliggend oorzaak
De dieperliggende oorzaak van de keuzes en nalatigheid van de politie, de burgemeester en andere (eind)verantwoordelijken worden niet onderzocht in het rapport van de Inspectie. De haat jegens ons heeft niet alleen met de ‘fijne herinneringen aan zwarte piet’ te maken. Het heeft ook te maken met anti-zwart racisme, racisme gericht op Zwarte Nederlanders, dat in dit land niet bestreden wordt. De neutrale houding van de politie in situaties waarin wij worden aangevallen vergoelijkt anti-zwart racisme in plaats van dat het een norm stelt en eigenrichting afschrikt. 

De ervaringen van KOZP-demonstranten in het afgelopen decennium leggen tevens de machtsverschillen bloot: er is geen sprake van gelijkwaardige partijen. Dit geweld past dan ook niet zomaar in de maatschappelijke ontwikkelingen die de Inspectie zowel in de inleiding als in de samenvatting beschrijft met betrekking tot partijen die ‘lijnrecht’ tegenover elkaar staan bij demonstraties. Aan de ene kant heb je vreedzame KOZP demonstranten die gebruik willen maken van het demonstratierecht en aan de andere kant heb je geweldplegers. Aan de ene kant heb je de vrijheid van meningsuiting en aan de andere kant heb je het plegen van strafbare feiten en misdrijven. De inspectie gebruikt de term “relschoppers” terwijl dit geen recht doet aan de ernst van de misdrijven. Er is gekozen voor eigenrichting, de rechtsstaat is ondermijnd en er is levensbedreigend geweld voorbereid en uitgevoerd. De gewelddadige schendingen van het demonstratierecht en mensenrechten van de demonstranten zijn exact de reden waarom Amnesty-waarnemers de laatste jaren relatief vaak aanwezig zijn bij demonstraties van KOZP. Ook zorgt het geweld ervoor dat vele vreedzame demonstranten vanwege de veiligheid geen gebruik kunnen maken van hun demonstratierecht, hoe zeer ze ook tegen zwarte piet-racisme zijn.

Wij eisen verantwoording van eindverantwoordelijken
De Nederlandse overheid heeft 1 juli 2023 tot en met 1 juli 2024 uitgeroepen tot het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Tijdens het Herdenkingsjaar staan we stil bij onze gezamenlijke geschiedenis en de doorwerking en impact hiervan op verschillende gemeenschappen. Anti-zwart racisme is hier een voorbeeld van. Anti-zwart racisme vindt plaats in alle segmenten van onze samenleving, onder andere in het onderwijs, in de zorg, op de woningmarkt, in de media en in de opvoeding. Voorafgaand aan het Herdenkingsjaar boden de regering en de koning excuses aan voor het Slavernijverleden. De aanval in Staphorst op vreedzame anti-racisme activisten vond plaats aan de vooravond van deze historische excuses en toont aan dat we nog een lange weg te gaan hebben in de strijd tegen anti-zwart racisme.

Na het lezen van dit rapport blijkt dat de belangrijkste vraag nog steeds niet beantwoord is: wie neemt verantwoordelijkheid voor het in gevaar brengen van vreedzame burgers? Het is onacceptabel om hier slechts leermomenten uit te halen. Dit rapport is bedoeld om de feiten naar boven te halen en nu de feiten bekend zijn, willen we naar een structurele oplossing toe werken. Dit moet vanuit het hoogste niveau komen. Er moet een duidelijke norm gesteld worden en deze moet zichtbaar uitgedragen worden door de driehoek, de commandant SGBO, de korpsleiding, het ministerie van Justitie en Veiligheid en andere eindverantwoordelijken. Als de politie er werkelijk voor iedereen is, dan wordt het tijd dat de politie werkzaam is voor iedereen, ongeacht afkomst, kleur en inhoud van de boodschap. De volgende acties zijn noodzakelijk om daadwerkelijk stappen vooruit te zetten, recht te doen aan de geweldslachtoffers en het demonstratierecht te beschermen:

  • Wij eisen verantwoording van de eindverantwoordelijken waaronder de politie, de burgemeester, het OM, Commandant SGBO, de korpsleiding, het ministerie van Justitie en Veiligheid.
  • Wij eisen een gesprek met het ministerie van Justitie en Veiligheid over de structurele schendingen van onze mensenrechten en ons demonstratierecht. 
  • De politie stelt een norm tegen racisme en discriminatie en ziet erop toe dat deze gehandhaafd wordt. 
  • Er komt een nationaal plan van aanpak anti-zwart racisme bij de politie.
  • Er komt een nationaal plan van aanpak ter bescherming van het demonstratierecht.