Kennis is Noodzaak
Door Jerry King Luther Afriyie
150 jaar geleden gooiden mijn voorouders hun handen in de lucht; eindelijk vrijheid, eindelijk rust. Eindelijk zijn wij net als ieder ander mens op aarde vrij. In andere woorden, eindelijk worden wij erkend en gezien als mensen. Het moet heel wat geweest zijn om de overstap te maken van een dier naar een mens. Ik zeg een dier, want zo werden mijn voorouders gezien en behandeld. In onze tijd voor velen onbegrijpelijk, maar dit was twee en halve eeuw lang de realiteit, tot een kleine 150 jaar geleden.
Ik ben 32 jaar oud, ik heb geen oorlog meegemaakt en ben geen slaaf geweest. Ik heb noch de zweepslagen, de geur van verbrande ledematen, de verkrachtingen van weerloze vrouwen en het verstikken van baby’s meegemaakt. En ik durf te wedden, dat niemand van u de trans-Atlantische slavernij heeft meegemaakt. Er is hier in ons midden geen slaaf en geen slavenmeester.
Wij zijn geen daders en slachtoffers, maar wat zijn wij dan? Wij zijn belast met de erfenis van het slavernijverleden en als samenleving dragen wij de verantwoordelijkheid om deze misdaad tegen de mensheid luidkeels te veroordelen. Dit doen we niet door te zeggen: ‘Het is en blijft een zwarte bladzijde in onze geschiedenis, en ook in die van andere landen’, zoals de officiële uitlating van het kabinet is. We moeten inhoudelijk en zonder omweg duidelijk maken aan de wereld dat wij geen slechte mensen zijn.
We zijn het verschuldigd aan onze kinderen, aan de nazaten, maar vooral aan de ontelbare onschuldige slachtoffers van deze onmenselijke gebeurtenis. Wij kunnen niet wegkijken en ons niets aantrekken van het slavernijverleden, zoals wij afgelopen 150 jaar hebben gedaan. De tijd van een achteloze houding is voorbij. De tijd is gekomen om onszelf lastige vragen te stellen. We moeten lastige vragen niet ontwijken, anders komen wij niet verder. Lastige vragen horen bij het leven.
Zoals elk kind te maken krijgt met de nalatenschap van diens ouder, zijn wij allen met het verleden van onze voorouders belast. Wij kijken naar die tijd met gemengde gevoelens. De een schaamt zich en de ander uit zich in woede bij het horen van het woord ‘slavernijverleden’. De een kijkt liever weg, en de ander kan niet wegkijken, hoe graag hij het ook zou willen. Het slavernijverleden is diepgeworteld in de samenleving en pogingen om het erover te hebben, verwijderen ons alleen maar verder van elkaar. En dat is begrijpelijk. Doe een klein onderzoek naar de omstandigheden tijdens de periode van de slavernij en zie het voor jezelf. Het was een hel, beter kan ik het niet omschrijven. Het is geen aanstellerij wanneer mensen om een herstelbetaling vragen, en het is niet vreemd wanneer een Nederlandse jongen uit de Bijlmer Zwarte Piet racistisch vindt. Wat vreemd is, is het feit dat het goede volk zwijgt en de andere kant opkijkt. Wat vreemd is, is dat mensen, met name academici en politici, het vertikken om hun verantwoordelijkheid te nemen. Wij zijn nog niet voorbereid op de toekomst.
Kennis is noodzaak. 150 jaar is helemaal niet lang geleden. 150 jaar is als gisteren. Gisteren nog werden volwassen mannen en vrouwen bezit van rijke Nederlanders die uit waren op winstbejag. Voor 300,- gulden per persoon werden zij verkocht en hetzelfde lot wachtte hun nakomelingen. Velen stierven door ziekte, moord en uithongering. Maar de gebroken Afrikanen die op een wonderbaarlijke manier het nieuwe land bereikten, wachtten pas de echte hel. Op een veemarkt voor mensen, werden ze zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt voor de verkoop. Tanden werden gepoetst en het lichaam werd met olie gesmeerd. Als mijn broer, oom, tante of moeder verkocht werd, werd hij of zij gebrandmerkt met de initialen van zijn of haar nieuwe baas. Zij en hun nakomelingen kregen de achternaam van de slavenmeester. Voornaam neger, achternaam Godin. De Neger van Godin. De heer Paulus Godin werd rijk en liet een huis bouwen aan de Herengracht, nummer 502 (de huidige ambtswoning). Voor dat huis staan we nu. U ziet, opeens komt het heel erg dichtbij.
Zoals bekend, duurde de Nederlandse slavernij 250 jaar. Tel daar 10 jaar extra bij op. Na de afschaffing van de slavernij werden de tot slaaf gemaakten wettelijk gedwongen om 10 jaar bij hun meesters te blijven. Ter compensatie voor hun vrijlating. Zo maakte de koning de misgelopen winst van de slavenmeesters goed. 260 jaar is een lange tijd. Als tienerjongen kon ik nooit bevatten hoe een volk zich zo lang kon laten misbruiken. Het was niet te begrijpen. Totdat ik verder keek dan onze geschiedenisboeken op de basis- en middelbare school.
Het is makkelijker om sterke kinderen groot te brengen, dan gebroken mannen te herstellen. De tot slaaf gemaakte moest zichzelf haten. Zijn naam, land, taal, geschiedenis en geloof werden effectief uit zijn geheugen gewist. Hij mocht niet naar school en hij werd belachelijk gemaakt, zijn uiterlijkheden werden bespot, zijn huidskleur werd geassocieerd met alles wat negatief is. Tijdens de slavernij was hij een beest, na de afschaffing was hij dom en kinderachtig. Hij kon niet op zichzelf staan zonder een witte meester. Dit stereotiepe beeld werd door het westen, waaronder Nederland, gehandhaafd om de zwarte mens te denigreren en de witte mens op te hemelen. Het beeld was zo sterk, dat wij het tot de dag van vandaag doorgeven aan onze kinderen. Ik hoop dat u begrijpt dat het onacceptabel is om Zwarte Piet langer onderdeel te laten zijn van ons nationale feest. Zwarte Piet is duidelijk een overblijfsel uit het slavernijverleden. Tijd om de feiten onder ogen te zien. Zwarte Piet is Racisme en die kreet heeft niets met een slachtofferrol te maken, het heeft te maken met normen en fatsoen.
Ik zeg dit allemaal niet omdat ik niet van Nederland houd. Ik vertel u dit, omdat deze stoelendans te lang heeft geduurd. Wij hebben niets aan onverschilligheid, en wij hebben niets aan stilzwijgen. Alleen de doden zwijgen. Het slavernijverleden had de goedkeuring van de elite, de politiek, het koningshuis, de timmerlui, de beschuitbakkers en ook de kerken. Dit maakt het slavernijverleden zo verwerpelijk. Als moderne staat, met alle kennis en intelligentie die we in huis hebben, ben ik van mening dat wij in staat moeten zijn om voor broederschap te kiezen, in plaats van apartheid. Om voor één samenleving te kiezen, in plaats van alleenheerschappij.