Van Stalinlaan naar Vrijheidslaan: ‘Waarom het veranderen van straatnamen de geschiedenis niet uitwist’
Het veranderen van een straatnaam wist de geschiedenis niet uit; het geeft aan dat de kijk op de geschiedenis is veranderd. Die kijk verandert voortdurend en is een interessant onderdeel van de geschiedschrijving: historiografie.
Met het veranderen van de Stalinlaan in Vrijheidslaan is de geschiedenis van Stalin geenszins uitgewist. Deze straat in Amsterdam werd naar Stalin genoemd in verband met het Russische aandeel aan het verslaan van het Derde Rijk. Toen de wandaden onder Stalins regime tijdens de Koude Oorlog meer aandacht kregen en Rusland in 1956 Hongarije binnenviel, werd de naam veranderd in Vrijheidslaan.
Het Pretoriusplein werd omgedoopt in Steve Bikoplein en refereert nog steeds aan de geschiedenis van Zuid Afrika maar nu aan een aspect dat voor onze tijd relevanter is: de strijd tegen Apartheid.
Een interessant voorbeeld van een historische omgedoping is de Gerrit van der Veenstraat in Amsterdam. Die heette vroeger de Euterpestraat, naar een van de Griekse muzen. In het schoolgebouw in deze straat vestigde zich in 1942 de Sicherheitsdienst. Veel verzetsmensen en Joden werden in het gebouw gemarteld en van daaruit gedeporteerd naar de concentratiekampen. De naam Euterpestraat was voor Amsterdammers verbonden aan deze gruweldaden en daarom werd de straat vernoemd naar verzetsman Gerrit van der Veen.
Het zou mooi zijn als de Coentunnel wordt omgedoopt in Bandatunnel, naar het eiland waarvan de bewoners door Coen in 1621 werden uitgemoord. We kunnen ook Willem van Haren een straat of een plein geven: hij was in de 18de eeuw een vroege Nederlandse criticaster van het kolonialisme. Op die manier wissen we de geschiedenis niet uit, we geven blijk van de ontwikkeling in ons historisch besef.