Skip links

NiNsee : Het slavernijverleden vereist een even prominente plek als de Tweede Wereldoorlog

Verklaring NiNsee : Het slavernijverleden vereist een even prominente plek als de Tweede Wereldoorlog

 
De Verenigde Naties hebben 2015-2024 uitgeroepen tot het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst. De missie van de ‘International Decade for People of African Descent’ is het bewerkstelligen van een drastische positieverbetering voor mensen van Afrikaanse afkomst. Dit dient gerealiseerd te worden aan de hand van duurzame projecten en activiteiten rondom drie thema’s: Erkenning, Rechtvaardigheid en Ontwikkeling. Met de missie van de VN in gedachten moeten wij helaas concluderen dat er nog een lange weg te gaan is in Nederland.

 
Er is weinig erkenning en aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden en de impact die het nog steeds heeft op de samenleving. De slavernij is anderhalve eeuw geleden afgeschaft, maar de raciale vooroordelen en structuren zijn springlevend in onze huidige maatschappij. De misstanden (etnisch profileren, arbeidsmarktdiscriminatie, achterstelling in het onderwijs en andere vormen van institutioneel racisme) waarmee onze samenleving te kampen heeft, zijn de bittere erfenis van 400 jaar slavernij- en koloniaal verleden.

 
Waar niet aan voorbij mag worden gegaan is dat het Nederlands slavernijverleden gemeenschappelijk erfgoed is en een rode draad in onze geschiedenis. Kortom: het gaat ons allemaal aan, ongeacht afkomst, status of leeftijd. Het Nederlands slavernijverleden verdient daarom grotere zichtbaarheid, erkenning en een betere inbedding in het collectieve gedachtegoed van onze samenleving.

 
Meer aandacht voor herdenking
Als samenleving kunnen wij alleen een stap vooruit maken als wij de pijnlijke gebeurtenissen van onze geschiedenis en de negatieve gevolgen die daaruit zijn ontstaan erkennen en een plek geven. Het is van nationaal en toekomstig belang dat kinderen vandaag leren van de fouten van gisteren. Om een grotere belangstelling en draagvlak te creëren voor het Nederlands slavernijverleden is gekozen voor een nieuwe opzet met betrekking tot de Nationale Herdenking en Viering. Voorheen raakte de herdenking op de achtergrond door de vrijwel onmiddellijke overgang van bezinning naar viering op dezelfde dag, namelijk op 1 juli. Een paar uur herdenken en bezinnen gevolgd door acht uur feesten op het Keti Koti festival gaf weinig ruimte voor echte bezinning en verdieping. Dit tot ongenoegen van velen. Het besef is doorgedrongen dat het betuigen van respect aan de voorouders een eigen dag behoeft die plechtig en respectvol verloopt.

 
Deze gedachte heeft het NiNsee serieus genomen en na overleg met verschillende partijen de stap genomen voor een nieuwe opzet, waarbij evenveel aandacht uitgaat naar de herdenking als naar de viering. Met de nieuwe opzet streven wij naar een samenleving waarin het verleden ons niet langer gegijzeld houdt, maar ons de weg wijst naar de toekomst.

 
30 juni -1 juli Herdenken en Vieren
Herdenking
Teneinde uiting te geven aan de behoefte om meer aandacht te besteden aan het herdenken zal de Nationale Herdenking plaatsvinden op 30 juni om 19.00 uur in het Oosterpark in Amsterdam bij het Nationaal Monument Slavernijverleden. Het programma zal dit jaar aangevuld worden met een vlaggenceremonie en volksliederen van Nederland, Suriname, Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Voorafgaand aan de Nationale Herdenking vindt tussen 11.00 – 14.00 uur op Surinameplein in Amsterdam-West een speciale Kinderherdenking plaats, waarbij educatie over het slavernijverleden centraal staat. De Kinderherdenking is het resultaat van de samenwerking tussen het NiNsee en de Stichting Amsterdam Centrum 30 juni – 1 juli.

 
Viering
Vrijheid vier je en de viering zal plaatsvinden op 1 juli tijdens de Nationale Viering (Keti Koti) vanaf 14.00 uur in het Oosterpark in Amsterdam. Voorafgaand aan de Nationale Viering is voor diegenen die daar behoefte aan hebben, de mogelijkheid om zich op eigen manier te bezinnen bij het Nationaal Monument Slavernijverleden.

 
Een dynamisch proces
Het NiNsee, een levend monument van het slavernijverleden in Nederland, is zich bewust dat herdenken een dynamisch proces is en dat de veranderingen die daarmee gepaard gaan, veel emoties en pijn op kunnen roepen bij individuen.
Hier wordt rekening mee gehouden door de weg van de dialoog met diegenen die zich niet kunnen vinden in de nieuwe opzet, voortdurend te bewandelen. Echter, de noodzaak om de Nationale Herdenking en Viering als onlosmakelijk deel van het Nederlands erfgoed krachtiger te positioneren en de kennis over het Nederlands slavernijverleden onder een groter publiek in Nederland bekendheid geven is urgenter dan ooit. Er is geen tijd meer te verliezen.

 
Over NiNsee
Het NiNsee is een kennis- en expertisecentrum op het gebied van het trans-Atlantische slavernijverleden van Nederland en de hedendaagse effecten en gevolgen van dit verleden voor de nazaten van tot slaaf gemaakten. Een gedeeld verleden dat structureel en vanuit verschillende invalshoeken voor het voetlicht wordt gebracht met als doel volledige erkenning en inbedding in Nederland te realiseren.

 

 

Deze verklaring wordt ondersteund door de volgende organisaties en personen:
Werkgroep Caraibische Letteren, Surinaams Inspraak Orgaan , Amsterdam Museum, Vereniging Ons Suriname, Stichting Empowament, Stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders, Amsterdam United, Platform Stop Racisme en Uitsluiting, Comite 21 Maart, Stichting Keti Koti Dialoog Tafel, Stichting Soul Rebel Movement, Stichting Vele Vlaardingers Eén Huis, Stichting Antipesto, Euro-Mediterraan Centrum Migratie & Ontwikkeling, Nederland Wordt Beter, Stichting Nusantara Amsterdam, New Urban Collective, Bek den Futuro, Roelof Koops (Oud-bestuurslid NiNsee – oud-directeur Zeeuws Archief), Dave Ensberg-Kleijkers (Voorzitter College van Bestuur Biezonderwijs), Paul Comenencia (Voormalig Gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen met vermelding en Comite van Aanbeveling NiNsee), Georgine Acton (eerste voorzitter NiNsee), Annekies Sheotahul (Enterprise Ambassadors Network Suriname), Drs.Tansigh S. Partiman (Bureau Partiman), Rene Rouwette, Drs. Carla Aalse (Comité van Aanbeveling NiNsee), Mr.K.R. Ho Ten Soeng, Nathalie Sichtman (Gemeente Amsterdam), Dr. Karwan Fatah-Black (Universiteit Leiden), Christine Otten (auteur) Yolande Melsert (directeur Nationale Associatie Podium Kunsten), Imara Limon, Harrie van de Louw (Directeur theater Vaillant), Claudia Marinelli (Senior policy research officier van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst), Rémy Jungerman (Kunstenaar), Anja Meulenbelt, Scotty Gravenberch, Patricia Kaersenhout, Dienke Hondius (Vrije Universiteit Amsterdam), Chris Opheij, Benjamin Brown (2B in Change Advies), Hella Matroos, Ramfis Martir, Drs.Thera Jonker, Lia Gieling, Andrew Makkinga, Jerry King Luther Afriyie, Astrid Runs, mr. Joachim Fleury, Mieke Janssen (Directeur Art.1 MN), Roos Leerdam-Bulo, John Leerdam, Peggy Burke, Ernestine Comvalius, Dwight Fransman, Lilien M. Macnack (Psychotherapiepraktijk Lilien M. Macnack), Frank Zichem, Bo Paulle, Lilien M. Macnack (Psychotherapiepraktijk Lilien M. Macnack), Frank Zichem, Dorien Spijkers, Rudy Lion Sjin Tjoe, Neske Beks, Ida Does (documentaire- filmmaker), Domenica Ghidei, Hellen Gill and friends (Netwerk Ondernemers in Samenwerking), Eveline Sint Nicolaas, Charl Landvreugd, Kenneth Robinson, Vincent Soekra, Ivette Forster,Fractie PvdA Arnhem, Fractie PvdA Utrecht, Sandra Doevendans (Statenlid PvdA Noord Holland), Fractie en bestuur PvdA Amsterdam Nieuw West

 

Foto: James van der Ende (Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013)