Regeringsdocumenten van de Zuid-Afrikaanse stad Graaff-Reinet tonen aan dat in het laatste decennium van de Nederlandse overheersing commando’s (vrijwillige militairen van de trekboeren) minstens 2.504 San hebben gedood en 669 gevangen hebben genomen, een reeks statistieken die historicus P. J. van der Merwe terecht omschrijft als ‘absoluut zeer onvolledig’. Het is duidelijk dat commando’s uit de Nederlandse koloniale periode die San als doelwit hadden, vooral na 1770, opereerden als mobiele moordcommando’s. Terwijl commando’s over het algemeen lokaal opereerden met intentie tot uitroeiing, predikten de autoriteiten in Kaapstad gewoonlijk terughoudendheid.
Dit veranderde in 1777, wat een radicalisering aantoont in de houding van de Kaapse regering ten opzichte van de San. Tot op dat moment had de VOC-regering enige hoop dat de dreiging van de San kon worden ingeperkt, hetzij door middel van machtsvertoon, zoals met het Generaal Commando, hetzij door een vredesinitiatief zoals onderhandelen met San-leiders. Tegen 1777 lijkt het de hoop op een dergelijke uitkomst te hebben verloren als gevolg van escalerende San-aanvallen. Terwijl de gouverneur eerder instructies gaf aan commando’s om alleen vijandige San te onderwerpen de weerlozen te sparen en mensen gevangen te nemen zoals zij dat geschikt achtten, keurde de Raad van Beleid op 5 juni 1777 voor het eerst expliciet de uitroeiing van San goed, waar en wanneer ze ook werden aangetroffen. Als er ooit een ‘genocidaal moment’ was in de Kaap-Nederlandse kolonistenrelaties met de San, dan was dit het.
Bronnen:
ADHIKARI, M. – A total extinction confidently hoped for: the destruction of Cape San society under Dutch colonial rule, 1700 – 1795