‘Jij kunt het verschil maken voor een antiracistisch Amsterdam’
Voor de anti-discriminatie en -racismecampagne ‘Kom op Amsterdam‘ van de gemeente Amsterdam schreef Jerry Afriyie de volgende brief aan alle Amsterdammers.
Lieve Amsterdammer,
Mijn naam is Jerry King Luther Afriyie en ik kom uit de Bijlmer. Ik ben net als jij ook Amsterdammer. Ik kan mij net als jij ergeren aan fietsers als ik in de auto zit en steek mijn middelvinger op naar automobilisten als ik op de fiets zit. Ik heb vrienden, collega’s en familieleden verspreid over de stad. Als ik elders in de wereld ben en aan de tafel achter mij een plat Amsterdams accent hoor, voel ik mij klein beetje thuis, in Mokum.
Wij zijn trotse Amsterdammers en Nederlanders, maar ook in onze mooie stad lukt het ons niet altijd om alle Amsterdammers zich thuis en veilig te laten voelen. Als stad hebben wij ooit de wens uitgesproken om tolerant, gastvrij en vrijzinnig te zijn. Hier moest de wereld elkaar ontmoeten en hier konden vluchtelingen tot rust komen en vrije geesten floreren. In Mokum vond men van overal ter wereld een thuis, werk en elkaar. Voor eventjes leek het erop dat alles in Amsterdam mogelijk was.
Als je ons de afgelopen jaren de straat op hebt zien gaan, was dat met als enige doel om te bouwen aan een samenleving waarin iedereen dezelfde kansen en mogelijkheden heeft. Ons Amsterdam is de stad waar wij na ons werk vrijwillig buurtkinderen helpen met hun huiswerk en eten brengen naar een zieke buur aan de overkant. Maar het is ook de stad waar ik en vele anderen etnisch geprofileerd worden door de politie, waar schoolgaande kinderen en jongeren geconfronteerd worden met onderwijs-discriminatie, waar homo’s, queer en trans-personen in elkaar geslagen worden, ongedocumenteerde Amsterdammers zoals de ‘We Are Here’-groep keer op keer letterlijk in de kou gezet worden en waar vrouwen ‘s avonds na het uitgaan een bos sleutels tussen de vingers laten uitsteken om zich te weren tegen potentiële aanvallers en seksisten.
We bouwden mooie cafés en uitgaansgelegenheden, maar niet alle Amsterdammers waren welkom, velen vanwege hun huidskleur en afkomst. We tuigden kwaliteitsscholen op en noemden ze witte scholen om het accent te leggen op de doelgroep. Wij wuiven institutioneel racisme nog altijd weg of bagatelliseren het met de letterlijke woorden: “Maar ik bedoelde het niet zo”, “Ik zie geen kleur” of “Ik ben geen racist”. Onwetendheid rechtvaardigt racisme echter niet. Racisme vraagt van ons allemaal een antiracisme-houding.
Laten we samen een vuist maken tegen het racisme in onze stad, in de samenleving en in onszelf. Deze stad schrijft met elke nieuwe generatie een nieuw verhaal, met het oog op de toekomst. Samen kunnen we een nieuw verhaal schrijven voor de gezamenlijke toekomst, dat recht doet aan de mensenrechten van alle Amsterdammers. Want ieder mens, ongeacht kleur en afkomst, verdient een racismevrije stad. En jij kan het verschil maken.
Strijdbare groet en tot gauw in Mokum,
Jerry Afriyie
Bovenstaande tekst en foto maken onderdeel uit van de anti-discriminatie en -racismecampagne ‘Kom op Amsterdam‘ van de gemeente Amsterdam: “In deze stad is geen ruimte voor discriminatie. Daar zijn we met z’n allen verantwoordelijk voor. Dus: zie of hoor je iets wat echt niet kan? Kom op voor elkaar: zeg iets, grijp in! Wees geen zwijgende omstander. Daarmee doe je het slachtoffer alleen maar meer pijn. In deze stad komen we voor elkaar op. Dus kom op Amsterdam, wees Amsterdammer.”